Vietnam - Na regen komt zonneschijn in keizerrijk Huè

19 december 2012 - Hue, Vietnam

Woensdag 19 december – van Hoi An naar Huè

Het heeft vannacht erg geregend en de zon heeft besloten zich vandaag niet te laten zien. We zijn een beetje bezorgd over het weer in Huè, aangezien het daar rond deze tijd van het jaar schijnt te regenen. Nu mogen we eigenlijk niet klagen, want over het algemeen hebben we erg goed weer gehad met zeer warme en zonnige dagen. We volgen een weg van 108 kilometer door de bergen naar Huè. We hadden gehoopt dat de bus de oude rijksweg zou nemen  over de bekende wolkenpas (Hai Van). Dit schijnt namelijk een hele mooi route te zijn met een prachtig uitzicht over de kust en de voor de kust liggende eilanden. Grappig is ook wel dat deze bergpas als een soort klimaatgrens wordt gezien tussen Noord- en Zuid Vietnam. Maar helaas, de buschauffeur neemt de nieuwe weg, door een tunnel van zes kilometer door de bergen. Misschien dat we deze route nog wel een keertje gaan afleggen, maar dan met de trein van Huè naar Danang, maar dat is afhankelijk van het weer.

Als we rond de middag aankomen in Huè miezert het een beetje. Omdat we zin hebben om even de benen te strekken maken we een wandeling. Onze eerste indruk (waarschijnlijk door het weer) van Huè is grijs en somber. Na ongeveer een uur komt de regen met bakken uit de hemel en keren we terug naar het hotel. Als we 's avonds ergens willen gaan eten krijgen we heel vriendelijk van het hotel een paraplu te leen. We vinden een klein restaurant met de naam 'Banana & Mango' en besluiten daar te dineren. De weg terug naar het hotel houden we echter niet droog met de paraplu en dus kopen we onderweg een extra poncho. Als verzopen katten arriveren we later gierend van de lach in het hotel. We zijn drijf- en drijf nat. Gelukkig zijn de weersvoorspellingen voor morgen beter... 


Donderdag 20 december

Als we 's morgens wakker worden schijnt de zon! De dag had niet beter kunnen beginnen. We ontbijten bij een café dat over de top versierd is met kerstprullaria en verlichting. We worden welkom geheten door een grote plastic kerstman in namaaksneeuw voor de ingang van het café. Dit is in contrast met de zon die schijnt, het is zelfs ongewoon zomers heet. Bij het hotel huren we een scooter voor een dag en gaan op pad. Huè blijkt schitterend te zijn! De stad wordt net als Hoi An beschermd als cultureel werelderfgoed vanwege zijn citadel en de in de omgeving liggende keizerlijke graven.

We toeren door de woonwijk die om het citadel heen ligt. Hier speelt het echte lokale leven zich af. Mannen zijn aan het werk in de werkplaats bij hun huis, we zien hoe ze meubels aan het vervaardigen zijn, hier fietsen mensen, zitten mannen te kaarten of thee te drinken, lopen vrouwen met kinderen op hun arm en schoffelen in hun groente tuintje. De straten worden niet overspoeld door knetterende en vervuilende vloed van motoren. Het is een rustige en vriendelijke stad met smalle straatjes, grote koloniale Franse villa's, romantische riviertjes temidden van heel veel groen en vijvertjes.

In Huè regeerden formeel dertien keizers van 1802 tot 1945. De stad heeft enorm geleden onder de oorlog. Van de 300 gebouwen die in de loop van de eeuwen zijn neergezet, staan er vandaag de dag nog maar 80 overeind.
Andere bijzondere kenmerken van de stad is de kegelvormige hoed en het koninklijke (of keizerlijke) bloed dat door de aderen van veel van haar bewoners vloeit. Burgers die afstammen van keizers door de concubines. Een Keizer had soms wel tientallen tot honderden concubines. Twee bekende keizers die in Huè regeerden waren Gia Long en Minh Mang (vierde zoon van Gia Long). Zo had Min Mang (regeerde van 1820-1840) wel 30 vrouwen, 300 concubines en 142 kinderen.. Elke keizerlijke geboorte werd als erfgenaam geregistreerd. Deze erfgenamen kregen kinderen en deze kinderen kregen op hun beurt weer kinderen; een verklaring waarom veel bewoners beweren van adellijke of keizerlijke afkomst te zijn. Zo wordt ook beweerd dat de mooiste meisjes van Vietnam in Huè wonen vanwege hun adellijke bloed. Natuurlijk is dit niet zo. De meisjes van Huè worden wel vaak afgebeeld op schilderijen. We hebben regelmatig schilderijen zien hangen in hotels en restaurant met daarop een ‘Huè meisje’, te herkennen aan de lotusbloem die ze vasthoudt (Huè betekent lotusbloem hebben we gehoord).
 
We bezoeken de de keizerlijke stad (citadel). Dit is de enige stad in Vietnam die nog bestaat. Hij werd gebouwd tussen 1804 en 1833 op een terrein van tien hectare en wordt omgeven door een dikke wal en wordt omringd door een kanaal. Het is gebouwd naar het model van de keizerlijke paleizen in China. Het citadel zelf staat voornamelijk in de steigers. Het wordt schitterend mooi gerestaureerd, maar echt heel veel is er niet te zien. Wel kun je heerlijk in de mooi aangelegde tuinen rondwandelen. De zogenaamde verboden purperen stad spreekt op papier tot verbeelding, maar in werkelijkheid is er niets te zien dan een groot stenen plein.

Na het citadel rijden we naar de Thien Mu pagode (ook wel de pagode van de hemelse dame), deze ligt zo’n vijf kilometer verderop aan de Parfumrivier. Net als in Hoi An staat hier ook een man agressief op een fluit te blazen dat we de scooter bij hem moeten parkeren. Wij zetten de scooter gewoon op de openbare parkeerplaats (logisch), en negeren de man die ons blijft aankijken. We kopen een zak bananen en gaan langs de oever van de rivier zitten om deze op te eten. De pindakoeken die een vrouw ons probeert te verkopen voor een belachelijke prijs hebben we afgeslagen toen we opmerkten dat deze al een jaar over datum waren. De mensen hier zijn soms werkelijk niet te geloven. Daarna springen we op de scooter en rijden zo’n vijftien kilometer van de stad vandaan om een keizerlijk graf te bezichtigen.

Onderweg worden we verrast. Een vrouwtje komt naast ons rijden op een scooter en knoopt een praatje met ons aan, in verrassend goed Engels. We zijn verrast (want dit is de eerste keer in Vietnam) en daarom zijn we ook een beetje wantrouwend. Ze is heel geïnteresseerd in ons en zegt dat ze haar Engels wil oefenen. Ze vraagt welke graven we willen bezoeken en doet een aanbeveling. Ze is heel vriendelijk, en we besluiten haar het voordeel van de twijfel te geven. Ze rijdt met ons mee en babbelt er ondertussen gezellig op los. Ze verteld dat ze vlakbij één van de graven woont met haar man, tienerzoon en dochter. Ze heeft vandaag een dagje vrij van het land en heeft een gesprek gehad met de leraar van haar kinderen op school. Ze zegt dat ze het leuk vind om ons te begeleiden. Het komt op ons over alsof ze erg trots is op haar woning en haar gezin, en uiteraard biedt ze aan om haar een bezoekje te brengen als we het graf van Keizer Minh Mang hebben bezocht, we komen er tenslotte toch langs.
Terwijl wij een bezoek aan het graf brengen, wacht het vrouwtje buiten op ons. Het graf is eigenlijk eerder een heel mooi aangelegd park met verschillende tempels, pleinen, vijvers en terrassen. Aan het einde van het park bevindt zich een cirkelvormige heilige muur waarachter het graf zich moet bevinden, alleen is deze niet toegankelijk. We vinden dat we vandaag wel genoeg tuinen, parken en vijvers bezichtigd hebben en besluiten om niet de andere graven te gaan bezichtigen.

Na  een kort bezoek aan het huis van de vrouw willen we terug naar Huè, we hebben er al een aardig dagje op zitten zo. De vrouw is opgetogen dat ze ons haar huis mag laten zien. Het is op zo’n vijf minuten rijden van het graf van Minh Mang vandaan, aan de overkant van de rivier.


Als we het pad op rijden schrikken we. Niet meer dan een houten schuur met een deur (geen ramen om de kou buiten te houden) Links in de hoek staat een bed. Er staat een klein tafeltje met vier rode plastic stoelen, een kleine donkere houten kast  En verderop ligt er een stapel brandhout. Een houten schot in het midden scheidt de stookplaats (kookplaats) van het leefgedeelte. Ze maant ons vriendelijk om te gaan zitten. We vertrouwen het eigenlijk voor geen cent. De thee die ze ons inschenkt is al klaar (hoe kan dat als ze de hele dag niet thuis is geweest?). We denken dat ze naar huis is gereden terwijl wij het graf bezichtigden. Ze beweert met haar man en twee tienerkinderen in het tweepersoonsbed te slapen (zonder matras). Op één of andere manier geloven we er niks van. Er bevindt zich bijvoorbeeld noch kleding noch voedsel in huis. Maar zo goed en beleefd als we zijn blijven we zitten, we willen haar niet voor het hoofd stoten en misschien hebben we het wel bij het verkeerde eind. Maar al snel gaat het hele gesprek over geld. Ze toont totaal geen belangstelling in ons en begint steeds over zichzelf, dat de school voor kinderen zoveel geld kost en over het zware leven dat ze leidt. Waarom is ze dan wel in het bezit van twee motorfietsen, maar slapen ze met vier personen in een houten ledikant zonder matras? We voelen nattigheid en besluiten vriendelijk op te stappen. Dan komt de aap uit de mouw: “ if you are happy with your visit to my house, please donate money so my children can go to school”. Wij dachten dat er eindelijk eens iemand gewoon vriendelijk tegen ons was en ons uitnodigde bij haar thuis. Het blijkt vooraf opgezet te zijn, van het allereerste moment dat ze ons heeft aangesproken. Waarschijnlijk is ze al een tijdje achter ons aangereden voordat ze ons durfde te benaderen. Toch is het moeilijk. Worden we boos? Spelen we het spelletje mee en geven we haar het geld waar ze om vraagt? Dat ze het nodig heeft ( ook al heeft ze deze manier gekozen om aan dat geld te komen) is wel duidelijk. Dit is een gemene gevoelskwestie. Of blijft dit een principekwestie? We kiezen voor een combinatie. Op een rustige manier laten we haar weten dat we teleurgesteld zijn en dat ze niet 'gewoon' vriendelijk blijkt te zijn, maar iets voor op gezet heeft met als doel geld afhandig te maken. We geven haar evengoed wat geld en bedenken dat mensen dit soort dingen gaan verzinnen om aan geld te komen, maar het kan niet anders dan dat ze met een rotgevoel is blijven zitten.

We zijn teleurgesteld en rijden zwijgend terug naar Huè. In dit land zijn ze af en toe sowieso al zelden vriendelijk en als ze vriendelijk tegen je doen, blijkt er iets achter te steken. Het ergste is zelfs dat het beste is om alle volwassen mensen die je aanspreken gewoon te negeren. Al met al hebben we een leuke dag gehad, maar wel met een nare bijsmaak. Helaas. 's Avonds eten we bij een restaurant dat wordt gerund door een super lieve familie. Een jonge meid heeft de zaak van haar vader overgenomen en zorgt voor een goede afsluiting van de dag. Heerlijk gegeten bij Nina’s Café; haar vader had het restaurant naar haar vernoemd.

 

Vrijdag 21 december

Vanmiddag om vijf uur vertrekt de nachtbus naar Hanoi. Omdat we gisteren alle bezienswaardigheden eigenlijk wel bezocht hebben die ons interessant leken, gaan we vandaag lekker shoppen. Winkelen was nog nooit zo leuk! Voor enkele dollars hebben we hele mooie Europese uitgaans- en casual kleding gekocht. Eigenlijk een beetje overenthousiast, want als we het aantal korte broeken tellen die we voor Wouter hebben gekocht, komen we op acht stuks.. Maar ja, ze zijn stuk voor stuk hartstikke leuk en van hele goede kwaliteit. We laten ons als echte toeristen voor het eerst rondrijden in een Cyclo (fietstaxi), super grappig. Om drie uur hebben we een zeer uitgebreide lunch cq vroeg diner en doen we ons te goed aan heerlijke Vietnamese gerechten; gamba’s met knoflook, gekruid varkensvlees met pindasaus en Vietnamese Crispy Pancakes met taugé, garnalen, gehakt, ei en slasoorten.

 

- Foto's bij dit bericht zijn te vinden bij: "Vietnam - Na regen komt zonneschijn in keizerrijk Huè"

Foto’s

3 Reacties

  1. Ritamooy:
    2 januari 2013
    jammer dat er altijd wat achter schuilt,
    maar ja jullie gevoel had al voor zich gesproken.
    Dit soort dingen moet je maar op de koop toenemen.
    x rita
  2. Fia:
    2 januari 2013
    Hallo Wouter en Chantal, Wij willen jullie een mooi, gelukkig zegenrijk nieuwjaar toe wensen!!
    Blijf maar positief over de mensen ,na een tegenvallende mensen zijn er gelukkig een heleboel mensen wel echt hartelijk en gastvrij!
    lieve groet van o.mart en t.fia
  3. Wouter & Chantal:
    3 januari 2013
    Inderdaad, zo is t ook!